Het was breaking news, de recente uitspraak van de Hoge Raad over de box 3-heffing voor de jaren 2017 en 2018 in een massale bezwaarprocedure. De Hoge Raad oordeelde dat het forfaitaire stelsel van box 3 dat sinds 2017 geldt, in strijd is met het recht op ongestoord genot van eigendom en het discriminatieverbod uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Waar gaat dit nu over en wat betekent dit voor de (bouw)ondernemer?

Wat houdt de box 3-heffing in?
Waar gaat het over? Sinds 2017 wordt voor de box 3-heffing uitgegaan van een forfaitaire vermogensmix. Dit houdt in dat wordt verondersteld dat een deel van het vermogen bestaat uit beleggingen en een deel van het vermogen uit spaargeld. De beleggingen en het spaargeld worden elk geacht een bepaald forfaitair rendement te hebben opgeleverd. Deze vermogensmix in combinatie met de fictieve rendementen heeft tot gevolg dat voor belastingplichtigen met relatief veel spaargeld de box 3-heffing hierdoor uit de pas loopt met de belasting die zou zijn verschuldigd op basis van het werkelijke rendement.

Hoge Raad: box 3-heffing in strijd met rechten van de mens
Het oordeel dat het huidige forfaitaire stelsel van box 3 in strijd is met de EVRM, dwingt volgens de Hoge Raad tot rechtsherstel. Dat wil zeggen dat alleen het werkelijk rendement in de heffing wordt meegenomen in plaats van het fictief rendement. Eerder heeft de overheid aangekondigd dat ze dit in 2025 gaat corrigeren door het invoeren van een heffing op basis van het werkelijk rendement. Dit is volgens de Hoge Raad te laat. De Hoge Raad geeft alleen geen antwoord op de vraag hoe het werkelijke rendement vervolgens binnen de box 3-heffing moet of kan worden berekend. Moet je vermogenswinsten hier ook in meenemen? Er is dus nog veel onduidelijk voor belastingplichtigen en de Belastingdienst.

Niet iedereen is er blij mee
De Hoge Raad en de lagere rechters hebben de wetgever eerder op de vingers getikt door in individuele gevallen te beoordelen of de box 3-heffing tot een buitenproportionele heffing leidt. Maar een rechtsherstel van deze orde was voor iedereen een grote verrassing. Aan de andere kant zijn er ook veel beleggers die niet gebaat zijn met deze uitspraak. Menig onroerend goed portefeuille en andere beleggingen leveren soms aanzienlijk hogere rendementen op dan het betwiste fictief rendement. Zolang de wettelijke regeling van de box 3-heffing niet wordt aangepast, kan deze groep beleggers uitgaan van het (lagere dus voordeligere) fictief rendement.

En nu?
Het is nu wachten op de wetgever. Niet alleen op een versnelde herziening van box 3, maar ook op het compenseren van belastingplichtigen. Hoe en voor wie is het volgende grote vraagteken.
De gevolgen van de uitspraak zijn niet alleen van toepassing op de jaren 2017 en 2018 maar werken door naar de jaren 2019 t/m 2021 of misschien nog wel 2022. Het hangt er vanaf of de wetgever erin slaagt de box 3 heffing tijdig te repareren. De Belastingdienst heeft inmiddels kenbaar gemaakt de bezwaarschriften over de jaren 2017 t/m 2020 gegrond te verklaren en tegelijkertijd aangegeven dat belastingplichtigen met een box 3-vermogen vooralsnog geen definitieve aanslagen krijgen. In afwachting van verdere besluitvorming vraagt de Belastingdienst aan de belastingplichtigen om eventuele voorlopige aanslagen voor het jaar 2022 gewoon te voldoen en aan de gebruikelijke aangifteverplichting gehoor te geven. Je moet dus ook de aangifte inkomstenbelasting doen op basis van de huidige in de wet opgenomen regels voor het vaststellen van het box 3-vermogen. Aan de hand van de reparatiewetgeving wordt dan het belastbare box 3-vermogen bijgesteld.

Ambtshalve vermindering?
Heb je géén bezwaar gemaakt over de aanslagen inkomstenbelasting over de afgelopen jaren? Dan kan een beroep op ambtshalve vermindering voor de verstreken jaren misschien kans van slagen hebben (een ambtshalve vermindering wordt toegekend als een belastingaanslag achteraf onjuist blijkt te zijn geweest).
De voorwaarden die zijn vastgelegd in het besluit voor ambtshalve vermindering, sluiten deze mogelijkheid uitdrukkelijk uit. Aan de andere kant kan het zijn dat het door de Hoge Raad uitgesproken rechtsherstel een uitsluiting tot ambtshalve vermindering gaat ‘overrulen’. Wij verwachten dat hierover binnenkort de eerste procedures zullen worden gevoerd. Daarnaast wordt er bij het kabinet aangedrongen op een brede compensatie van de belastingplichtigen ongeacht of er in het verleden bezwaar is gemaakt.

Meer weten? Scab helpt!
We zijn inmiddels gestart met het inventariseren voor welke klanten de uitspraak een voordeel kan opleveren en zo ja voor welke jaren? Meer weten? Neem dan contact op met onze afdeling Fiscaal. Bel 013-583 67 05 of stuur een mailtje naar afdelingfiscaal@scabadvies.nl. We helpen je graag verder. 

Uiteraard houden wij je op de hoogte van de verdere ontwikkelingen.
 

 

Bron: | 07-02-2022