Met deze Prinsjesdageditie geven we jullie een eerste overzicht van enkele belangrijk voorstellen uit het Belastingplan 2025 dat is aangeboden aan de Tweede Kamer. Het Belastingplan bevat een reeks wetsvoorstellen, die gericht zijn op het verbeteren van de koopkracht, het vereenvoudigen van het belastingstelsel en het versterken van het vestigingsklimaat.

Inkomensbeleid en koopkracht
Een belangrijk onderdeel is de introductie van een extra tariefschijf in de inkomstenbelasting en de verlaging van het tarief in de eerste schijf. Dit moet vooral kwetsbare groepen en werkende middeninkomens ondersteunen. Voor 2025 zien de IB-tarieven 2025 voor de niet-AOW’er en de AOW-er (en geboren na 1946) er als volgt uit.

Tarieven IB 2025 niet-AOW’er
Voor belastingplichtigen die aan het begin van 2025 nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, gaan volgens het belastingplan de volgende tariefschijven gelden.

Inkomstenbelasting 2025
Box 1 Belastbaar inkomen meer dan (€) maar niet meer dan (€) Tarief 2025 (%)
Schijf 1 38.441 35,82%
Schijf 2 38.441 76.814 37,48%
Schijf 3 76.814 49,50%

Deze percentages zijn inclusief premies volksverzekeringen.

De gecombineerde tariefsaanpassingen voor de jaren 2026 tot en met 2029 zijn:

Eerste schijf Tweede schijf
2026 -0,22% 0,03%
2027 -0,09% 0,03%
2028 -0,15% -0,15%
2029 -0,05% -0,05%

 


Tarieven IB 2025 AOW’er
Belastingplichtigen die aan het begin van 2025 de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt en zijn geboren na 1946, zijn in 2025 onderworpen aan de volgende tarieven:

Inkomstenbelasting 2025 (AOW’ers)
Box 1 Bel.ink.meer dan (€) maar niet meer dan (€) Tarief 2025 (%)
Schijf 1 38.441* 17,92%
Schijf 2 38.441 76.814 37,48%
Schijf 3 76.814 49,50%


*Geboren voor 1946: schijf 1 tot € 40.502

Daarnaast profiteren mensen van het verlagen van de energiebelasting op aardgas. Iedereen betaalt hierdoor € 29 minder belasting in 2025. De huidige accijnsverlaging op benzine, diesel en LPG wordt met een jaar verlengd. Evenals in 2024 wordt in 2025 geen inflatiecorrectie op deze accijns toegepast. De accijns blijft € 0,79 voor benzine, € 0,52 voor diesel en € 0,19 voor LPG.

Het kabinet neemt daarnaast meer maatregelen om mensen met lagere inkomens te ondersteunen; zoals het verhogen van de huurtoeslag en het kindgebonden budget.


Bedrijfsoverdrachten

Er komen aangepaste regels voor de belasting op bedrijfsoverdrachten (de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling aanmerkelijk belang (DSR ab)) bij het schenken of overlijden van ondernemingsvermogen, waarmee deze regelingen eenvoudiger worden. Vanaf 1 januari 2025 wordt de bezits- en voortzettingseis verlaagd van vijf naar drie jaar. Ondernemers hebben dan eerder meer flexibiliteit in de bedrijfsvoering zonder het recht op de BOR te verliezen.

Vanaf 1 januari 2026 wordt de toegang tot de BOR en de DSR beperkt tot gewone aandelen met een minimaal belang van 5%. Kleinere belangen worden uitgesloten van de faciliteit. Met de voorgestelde wijzigingen wil met de BOR en DSR beperken tot aandelen die voldoende ondernemingsrisico vertegenwoordigen.

Voor preferente aandelen die zijn gevormd in het kader van een gefaseerde bedrijfsopvolging kan ook onder de nieuwe regeling nog een beroep op de BOR en DSR worden gedaan. Zijn de preferente aandelen anderszins tot stand gekomen, dan kwalificeren deze niet.

Daarnaast wordt onbedoeld gebruik van de BOR via zogeheten rollatorinvesteringen en dubbel-BOR tegengegaan. De rollatorinvesteringen ziet op situaties waarin oudere erflaters en schenkers. Er gaat namelijk een verzwaarde bezitstermijn termijn. Voor de AOW-gerechtigde schenker wordt de bezitseis – zijnde de termijn dat de aandelen in het bezit van de schenker zijn voorafgaand aan het moment van schenking – verlengd met zes maanden per jaar dat de schenker ouder is dan zes jaar dan de AOW-gerechtigde leeftijd. In het geval van overlijden wordt de bezitstermijn verlengd met zes maanden per jaar dat de erflater op overlijdensmoment twee jaar ouder is dan de AOW-gerechtigde leeftijd.

De dubbel-BOR ziet op een herhaald gebruik van de BOR. Het komt voor dat ondernemingen meermaals worden overgedragen binnen de familie al dan niet met tussenkomst van derden om zo onbelast vermogen over te dragen. Een voorbeeld hiervan is het eerst gefaciliteerd schenken aan de kinderen en vervolgens na 5 jaar terugkopen gevolgd door een hernieuwde schenking. Met ingang van 2016 gaat gelden dat in situaties waarin de ondermening eerder in het bezit is geweest van de verkrijger van de onderneming de BOR-faciliteit wordt uitgesloten tot het bedrag van de betaalde koopsom.


BTW

Verder worden per 2026 de verlaagde btw-tarieven voor het verstrekken van logies en voor bepaalde culturele goederen en diensten afgeschaft. Hierdoor gaat vanaf 1 januari 2026 het algemene tarief van 21% gelden. De verhoging gaat gelden voor hotels, pensions, boeken, musea, sport, muziek- en toneelvoorstellingen. Kamperen, attractieparken, bioscopen en sportverenigingen vallen daarentegen buiten deze maatregel en voor leermiddelen voor leerlingen tot 18 jaar komt een compensatie.


Giftenaftrek vennootschapsbelasting
De giftenaftrek voor ondernemers wordt per 2025 afgeschaft. Dit geldt zowel voor de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting (vpb) als voor de regeling ‘geven uit de vennootschap’. Een gift wordt daardoor vanaf 2025 beschouwd als een winstuitkering waarover belasting betaald moet worden. Sponsoring en reclame zijn zakelijke kosten die wel aftrekbaar blijven.


Aanpak belastingconstructies

Ook worden er ongewenste belastingconstructies aangepakt. Zoals een constructie bij onroerend goed waarbij geen btw betaald wordt, terwijl dit wel de bedoeling is.


Woningmarkt

Om de woningmarkt een impuls te geven wordt het algemeen tarief van de overdrachtsbelasting voor woningen, die geen hoofdverblijf zijn, verlaagd van 10,4% naar 8% per 2026.


Vestigingsklimaat

Het kabinet wil dat Nederland aantrekkelijk blijft voor bedrijven om zich in Nederland te blijven vestigen, te groeien en het benodigde, deskundige personeel aan te trekken. Daarom neemt het de volgende maatregelen:

  • De versobering van de expatregeling wordt vanaf 2027 deels teruggedraaid: vijf jaar lang geldt een aftrekpercentage van 27%. De salarisnorm wordt verhoogd van € 46.107 naar € 50.436. Ook voor werknemers onder de 30 jaar met een masteropleiding wordt de salarisnorm verhoogd.
  • De inkoopfaciliteit voor beursfondsen in de dividendbelasting blijft bestaan. Hierdoor blijft de inkoop van eigen aandelen door beursfondsen onder voorwaarden vrijgesteld van dividendbelasting.
  • De generieke renteaftrekbeperking in de Vennootschapsbelasting wordt verruimd. deze gaat van 20% naar 25%. Dit sluit beter aan bij het Europese gemiddelde.
  • De kwijtscheldingswinstvrijstelling in de Vpb bij verliezen boven € 1 miljoen wordt versoepeld. Dit zorgt ervoor dat in de kern gezonde bedrijven makkelijker tot een akkoord met schuldeisers kunnen komen.



Overheidsfinancien
Het kabinet neemt een aantal maatregelen uit het Hoofdlijnenakkoord en aanvullende maatregelen om financiële tegenvallers op te vangen.

  • De kansspelbelasting stapsgewijs wordt verhoogd naar 34,2% in 2025 en 37,8% in 2026. Dit is de belasting die mensen betalen als zij meer dan € 449 hebben gewonnen bij een Nederlandse loterij of casino.
  • De verlaging van het box 3 tarief wordt geschrapt, waardoor dit 36% blijft.
  • De salderingsregeling voor kleinverbruikers van zonnepanelen wordt per 2027 afgeschaft. Eigenaren van zonnepanelen kunnen daardoor de stroom, die zij terugleveren aan het net, niet meer verrekenen met de stroom die zij afnemen.
  • Werkgevers gaan een hogere aWf-premie en Aof-premie betalen voor hun werknemers.


Box 3

Het kabinet heeft ook een besluit genomen over wie er in aanmerking komt voor aanvullend rechtsherstel voor box 3 naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad van 6 juni dit jaar. Er is gekozen voor een ruime doelgroep. Hierdoor kunnen alle belastingplichtigen met een aanslag, die na het Kerstarrest van 24 december 2021 is of wordt opgelegd, het formulier opgaaf werkelijk rendement invullen als het werkelijk rendement lager was dan het veronderstelde forfaitaire rendement. Voor belastingplichtigen met aanslagen uit de jaren 2019 en 2020 geldt dat zij voor het verstrijken van de vijfjaarstermijn een verzoek tot ambtshalve vermindering moeten indienen. Belastingplichtigen met aanslagen uit het jaar 2019 hebben hier tot het einde van dit jaar de tijd voor; belastingplichtigen met aanslagen uit het jaar 2020 hebben nog tot het einde van 2025 de tijd. Voor belastingplichtigen met aanslagen uit de jaren 2017 en 2018 geldt dat zij al een verzoek tot ambtshalve vermindering moeten hebben ingediend om gebruik te kunnen maken van het formulier.

Voor de status van de box 3 – problematiek verwijzen we ook naar onze eerdere publicatie van augustus 2024.

Tot zover
Bovenstaande maatregelen is een eerste overzicht op hoofdlijnen. De komende periode houden we jullie op de hoogte van de relevante ontwikkelingen en gaan we ok dieper in op een aantal voorgestelde wijzigingen.

Meer weten? Scab helpt!
Heb je vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met Marcel Muijtjens, manager fiscaal bij Scab. Bel 013-583 6737 of mail naar mmuijtjens@scabadvies.nl. We helpen je graag verder.

Bron: | 18-09-2024