Met ingang van 1 januari 2017 is de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) van kracht. In deze wet zijn drie tegemoetkomingen in de loonkosten voor werkgevers geïntroduceerd. De Wtl bestaat uit: Loonkostenvoordeel (LKV), Lage-Inkomensvoordeel (LIV) en Tegemoetkoming verhoging minimumjeugdloon (jeugd-LIV).

Mogelijk kom je in aanmerking voor één van deze tegemoetkomingen. Hierna wordt toegelicht wat de verschillende tegemoetkomingen inhouden en informeren we over de controle van het voorlopig overzicht.

Loonkostenvoordelen (LKV)

LKV is een regeling voor één of meer oudere werknemers en/of werknemers met een arbeidsbeperking welke een werkgever vanuit een uitkeringssituatie in dienst neemt of houdt. Voorwaarde voor het ontvangen van LKV is onder andere een kopie van de doelgroepverklaring van de werknemer.

Let op: de doelgroepverklaring moet binnen drie maanden na datum indiensttreding zijn aangevraagd.

De regeling kent vier doelgroepen:

  1. Oudere werknemers (56 jaar en ouder)
  2. Arbeidsbeperkte werknemers die nieuw in dienst komen
  3. Werknemers uit de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden
  4. Arbeidsbeperkte werknemers die worden herplaatst

Voor het recht op LKV moet de werknemer aan alle voorwaarden van de doelgroep voldoen en een doelgroepverklaring LKV hebben aangevraagd bij het UWV of de gemeente. De hoogte van LKV is afhankelijk van de doelgroep van de werknemer.

Doelgroep LKV per verloond uur Maximum per jaar
Oudere werknemers (56 jaar en ouder) € 3,05 € 6.000
Arbeidsbeperkte werknemers die nieuw in dienst komen € 3,05 € 6.000
Arbeidsbeperkte werknemers die worden herplaatst € 3,05 € 6.000
Werknemers uit de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden € 1,01 € 2.000
LKV over 2020 worden in 2021 uitbetaald.

Lage-inkomensvoordeel (LIV)

Werkgevers die werknemers met een laag loon in dienst hebben, kunnen recht hebben op een tegemoetkoming in de loonkosten, het lage-inkomensvoordeel. Het LIV over 2020 wordt in 2021 uitbetaald. Het LIV geldt voor een werknemer, die verzekerd is voor één of meer van de werknemersverzekeringen, met een gemiddeld uurloon tussen 100% en 125% van het wettelijk minimumloon.

Daarnaast moet de werknemer ten minste 1.248 uur hebben gewerkt en de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt. Het aantal gewerkte uren geldt ook voor een werknemer die slechts een deel van het kalenderjaar werkt. Het uurloon wordt berekend door het jaarloon te delen door het aantal verloonde uren. Het LIV geldt ook voor werknemers die jonger zijn dan 22 jaar indien zij aan de overige voorwaarden voldoen.

Over het jaar 2020 gelden de volgende bedragen:

  • Voor werknemers met een gemiddeld uurloon tussen € 10,29 en € 12,87 bedraagt het LIV € 0,51 per uur tot een maximum van € 1.000 per werknemer per jaar

Het LIV wordt door het UWV berekend aan de hand van gegevens uit de ingediende loonaangiften en uit de polisadministratie.

Jeugd lage-inkomensvoordeel (Jeugd-LIV)

Ter compensatie van de verhoging van de minimumjeugdlonen voor 18- tot 20-jarigen en de verlaging van de leeftijdsgrens voor het volledige minimumloon van 22 naar 21 jaar heeft een werkgever met ingang van 1 januari 2020 recht op het Jeugd-LIV. Het Jeugd-LIV geldt voor werknemers die:

  • Verzekerd zijn voor één of meer werknemersverzekeringen
  • Een gemiddeld uurloon hebben dat hoort bij het wettelijk minimumloon voor hun leeftijd, en
  • Op 31 december voorgaand jaar 18, 19, 20 of 21 jaar oud zijn

Het gemiddeld uurloon is het jaarloon uit tegenwoordige dienstbetrekking gedeeld door het aantal verloonde uren. Niet tot het jaarloon behoren WGA-uitkeringen die een eigenrisicodragende werkgever aan een werknemer betaalt, WAO-, WIA- en WW-uitkeringen die de werkgever namens het UWV aan de werknemer betaalt en ziektewetuitkeringen die de werkgever als eigenrisicodrager na afloop van de dienstbetrekking aan de ex-werknemer betaalt.

Over het jaar 2020 gelden de volgende bedragen voor de jeugd-LIV:

  • Voor werknemers met een leeftijd van 18 jaar op 31-12-2019 en een gemiddeld uurloon tussen € 5,19 en € 6,93 bedraagt het Jeugd-LIV € 0,07 per uur tot een maximum van € 135,20 per werknemer per jaar
  • Voor werknemers met een leeftijd van 19 jaar op 31-12-2019 en een gemiddeld uurloon tussen € 6,23 en € 9,24 bedraagt het Jeugd-LIV € 0,08 per uur tot een maximum van € 166,40 per werknemer per jaar
  • Voor werknemers met een leeftijd van 20 jaar op 31-12-2019 en een gemiddeld uurloon tussen € 8,30 en € 10,29 bedraagt het Jeugd-LIV € 0,30 per uur tot een maximum van € 613,60 per werknemer per jaar

Het Jeugd-LIV wordt in 2021 automatisch op de bankrekening van de werkgever gestort. Het Jeugd-LIV kan samengaan met andere loonkostenvoordelen.

Personeels-Advies-Scab-Accountants-Adviseurs-bouw

Laat Scab het voorlopig overzicht LKV/LIV controleren

Meld je aan voor de controle voorlopige berekening Wtl en eventueel het instellen van een bezwaar.

Naar het aanvraagformulier