Door: Redouan Ameziane, belastingadviseur bij Scab
Wanneer je de helft van de aandelen in een bv erft na het overlijden van één van je ouders, ga je er misschien vanuit dat deze voor de actuele waarde op het moment van overlijden in jouw belastingaangifte terechtkomen. Maar wat als de Belastingdienst van mening is dat je de historische ‘vervreemdingsprijs’ – de oude verkrijgingsprijs van je moeder – moet overnemen? Dit kan fiscale gevolgen hebben, vooral als de aandelen in de tussentijd in waarde zijn gestegen. In dit artikel bespreken we een recente rechtszaak die laat zien hoe rechters en Belastingdienst omgaan met deze vraag en welke lessen je hieruit kunt trekken.
De casus
In een recente zaak erfde een zoon in 2011 de helft van de aandelen van zijn moeder. In de inkomstenbelastingaangifte van de moeder stond geen (fictief) vervreemdingsvoordeel vermeld, terwijl de wet eigenlijk voorschrijft dat je zo’n voordeel moet opgeven als de aandelen overgaan op een ander. Ook was er geen apart, schriftelijk verzoek ingediend waarin de moeder én de zoon vroegen om “doorschuiving” van de verkrijgingsprijs (oftewel de uitgestelde belastingheffing over de waarde van de aandelen).

Pas in 2020, toen de vennootschap werd ontbonden en vereffend, werd dit punt actueel. De zoon wilde in zijn aangifte inkomstenbelasting uitgaan van een hogere verkrijgingsprijs (de helft van de waarde op het moment van overlijden van zijn moeder). De inspecteur was het daar niet mee eens. Volgens de Belastingdienst was de verkrijgingsprijs van de moeder in 2011 “doorgeschoven” naar de zoon, waardoor die moest uitgaan van de (lagere) historische aankoopprijs van de moeder.
De impliciete doorschuiving
Voor de rechter draaide het om de vraag of er wel of niet was verzocht om doorschuiving. De wet eist normaliter een schriftelijk verzoek van zowel degene die schenkt of overlijdt (de moeder) als de verkrijger (de zoon). De rechter vond echter dat de moeder door géén vervreemdingsvoordeel in haar aangifte op te nemen, feitelijk al impliciet om doorschuiving had verzocht. Bovendien had de zoon zelf de aangifte voor zijn moeder ondertekend, zodat ook hij geacht werd akkoord te zijn met doorschuiving. Zijn verweer dat alle erfgenamen hadden moeten ondertekenen, werd door de rechter van tafel geveegd. Iedere verkrijger kan namelijk individueel om de doorschuifregeling vragen.
Belang voor jouw praktijk
Heb je een familiebedrijf of werk je samen met familie in een bv, dan is het handig om te weten hoe de fiscus omgaat met de verkrijgingsprijs van aandelen bij overlijden. Het verschil tussen een ‘doorgeschoven’ verkrijgingsprijs en een actuele waarde kan fiscaal een groot effect hebben.
- Check tijdig de aangifte
Als er geen vervreemdingsvoordeel wordt vermeld, interpreteert de Belastingdienst dat snel als een (impliciete) doorschuiving. Dat kan voordelig of nadelig uitpakken, afhankelijk van de toekomstige ontwikkelingen rondom de waarde van de aandelen. - Zorg voor een expliciet verzoek (als je dat wilt)
Door een duidelijke, schriftelijke verklaring te maken en in te dienen, voorkom je discussie achteraf. Zo weet je zeker dat zowel jij als de andere betrokkenen formeel hebben verzocht of juist niet. - Werk samen met een deskundige
Het geval hierboven illustreert hoe ingewikkeld fiscale regels rond bedrijfsopvolging kunnen zijn. Laat je dus op tijd bijstaan door een fiscalist, zodat je de juiste stappen zet en eventuele naheffingen of procedures vermijdt.
Meer weten? Scab helpt!
Heb je vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met Redouan Ameziane, belastingadviseur bij Scab. Bel 013-583 6734 of stuur een mailtje naar rameziane@scabadvies.nl. We helpen je graag verder.