Door: Redouan Ameziane, belastingadviseur bij Scab

Op 24 december 2021 deed de Hoge Raad een belangrijke uitspraak over belastingen op box 3-vermogen. Hoewel sindsdien al meer dan twee jaren zijn verstreken, is dit onderwerp nog steeds actueel. Dit artikel geeft een overzicht van de huidige stand van zaken met betrekking tot de Overbruggingswet box 3 die geldt vanaf 2023.

Kerstarrest

In het Kerstarrest oordeelde de Hoge Raad dat de forfaitaire box 3-heffing over de jaren 2017 en 2018 in strijd is met het Europees recht. Om die reden werd geoordeeld dat het box 3-inkomen moest worden verlaagd en dat moest worden uitgegaan van het werkelijke lagere inkomen.

Op 4 februari 2022 volgde een collectieve uitspraak op bezwaar in de massaalbezwaarprocedure voor de aanslagen inkomstenbelasting 2017 tot en met 2020. Hierbij werden alle bezwaren die waren aangemerkt als massale bezwaren, als gegrond verklaard. Op dat moment was echter nog niet duidelijk hoe de Belastingdienst rechtsherstel zou gaan bieden.

Bezwaarmakers: Wet rechtsherstel box 3

Mensen die op tijd bezwaar hebben gemaakt tegen de belastingaanslag voor Box 3 en degenen van wie de inkomstenbelastingaanslag op 24 december 2021 nog niet definitief was vastgesteld, kregen compensatie via de Wet rechtsherstel Box 3.

Belastingplichtigen die geen bezwaar maakten en van wie de aanslag dus op 24 december 2021 al onherroepelijk vaststond, krijgen geen rechtsherstel box 3. Ook niet als er om ambtshalve vermindering is verzocht. De vraag of deze groep ook rechtsherstel moet krijgen is voorgelegd aan de rechter. Deze procedure loopt nog.

Definitieve aanslagen 2021 en 2022

De Belastingdienst legt vooralsnog geen nieuwe definitieve aanslagen inkomstenbelasting 2021 en 2022 op bij aanslagen met box 3-inkomen (als niet volledig sprake is van banktegoeden). De definitieve aanslagen zullen nadat de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan in de lopende procedures alsnog worden opgelegd. Daarbij wordt dan rekening gehouden met de uitkomst van de procedures.

Vanaf 2023: Overbruggingswet box 3

Met ingang van 2023 geldt de Overbruggingswet box 3. Die is grotendeels gelijk aan de Wet rechtsherstel box 3. Deze wet maakt onderscheid tussen verschillende soorten vermogensbestanddelen.
Er worden drie categorieën onderscheiden:

  • Banktegoeden
  • Overige bezittingen
  • Schulden

Het belastingtarief voor Box 3 is 36% in 2024. In 2023 was dit 32%. De definitieve forfaitaire rendementspercentages voor overige bezittingen zijn bekend. Ook de voorlopige percentages waarmee in 2024 bij het berekenen van de voorlopige aanslagen 2024 gerekend wordt voor banktegoeden en schulden zijn bekend.

2024 2025
Banktegoeden voorlopig 1,03% nog niet bekend
Overige bezittingen 6,04% 5,88%
Schulden  voorlopig 2,47% nog niet bekend
Strijd met EVRM als werkelijk rendement lager is dan forfaitair rendement?

Het is nog niet zeker of de Overbruggingswet box 3 in lijn is met het Europees recht. Momenteel lopen er verschillende procedures waarin deze vraag aan de orde is.

In een van deze procedures heeft advocaat-generaal Wattel op 18 september 2023 een conclusie gepubliceerd. Hierin stelt hij dat de Wet rechtsherstel box 3 mogelijk nog steeds het discriminatieverbod en het eigendomsrecht schendt voor mensen met ander vermogen dan spaargeld. Zeer verschillende renderende of negatief renderende beleggingen worden namelijk nog steeds belast naar één uniform positief rendement. De Hoge Raad zal naar verwachting in augustus 2024 een uitspraak doen.

Op 9 februari 2024 heeft advocaat-generaal Pauwels een vergelijkbare conclusie gepubliceerd, waarin hij het standpunt van Wattel ondersteunt. Hij adviseert de Hoge Raad ook over de definitie van ‘werkelijk behaald rendement’, waarbij hij aanbeveelt om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de bedoelingen van de wetgever bij de box 3-wetgeving.

Aanpassingen Overbruggingswet met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2023

De Overbruggingswet box 3 is in december 2023 gewijzigd via het Belastingplan 2024. Deze wijzigingen hebben onder andere betrekking op het vermogensaandeel in reservefondsen van Verenigingen van Eigenaars (VvE’s) en geld op derdengeldrekeningen bij notarissen en gerechtsdeurwaarders. Dit vermogen wordt voortaan belast onder de categorie banktegoeden in plaats van overige bezittingen. Ook zijn onderlinge vorderingen en schulden tussen fiscale partners en tussen ouders en minderjarige kinderen gedefiscaliseerd met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2023. Onderlinge vorderingen en schulden tussen ouders en meerderjarige kinderen zijn niet gedefiscaliseerd.

Jurisprudentie werkelijk rendement

Er bestaat nog onduidelijkheid over hoe het werkelijke rendement in individuele gevallen wordt vastgesteld en of de Wet rechtsherstel box 3 afdoende rechtsherstel biedt. Inmiddels is jurisprudentie verschenen en ook conclusies van AG Wattel en AG Pauwels zijn beschikbaar. De Hoge Raad moet zich hier nog over uitspreken. Zodra er meer duidelijkheid is over de problematiek rondom box 3, zal verdere informatie worden verstrekt.


Meer weten? Scab helpt!

Heb je vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met Redouan Ameziane, belastingadviseur bij Scab. Bel 013-583 6734 of stuur een mailtje naar rameziane@scabadvies.nl. We helpen je graag verder.

Bron: | 10-04-2024