Door: Marcel Muijtjens, manager fiscaal bij Scab
Een kind ontving een erfenis van zijn overleden biologische vader, die hem weliswaar had benoemd als erfgenaam in zijn testament, maar hem nooit juridisch had erkend. De Belastingdienst legde een aanslag erfbelasting op, waarbij het hogere tarief voor “overige verkrijgers” werd toegepast in plaats van het lagere tarief dat normaal gesproken geldt voor kinderen. Het kind was het hier niet mee eens en ging in beroep. Uiteindelijk kwam de zaak voor de Hoge Raad.
Wat zegt de Successiewet?
In de Successiewet 1956 is vastgelegd dat het tarief voor erfbelasting afhangt van de relatie tussen de erfgenaam en de overledene. Kinderen betalen bijvoorbeeld minder erfbelasting dan verre familieleden of vrienden. In deze zaak was de vraag of een biologische band voldoende is om iemand voor de erfbelasting als “kind” aan te merken.
Standpunt van de Belastingdienst
De inspecteur stelde dat er geen formele familierechtelijke band bestond tussen het kind en de vader en paste daarom het hogere tarief toe voor “overige verkrijgers”. Volgens de inspecteur is alleen een biologische band niet genoeg om het lagere tarief voor kinderen toe te passen.
Het oordeel van het hof
Het hof oordeelde anders. Volgens hen is de biologische band wél voldoende om het kind als afstammeling van de erflater te zien en daarmee te laten vallen onder tariefgroep I en de kindvrijstelling. Het hof stelde dat het begrip “kind” in de Successiewet aansluit bij “bloedverwant” en niet bij een juridische familierechtelijke band.
De uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad was het hier niet mee eens. Volgens de Hoge Raad heeft de wetgever voor de Successiewet geen andere betekenis aan het begrip bloedverwant willen geven dan die in het Burgerlijk Wetboek staat. Daaruit volgt dat een kind pas als bloedverwant wordt gezien als er een formele juridische band bestaat, bijvoorbeeld door erkenning. In dit geval was die band afwezig en dus werd het hogere tarief voor “overige verkrijgers” terecht toegepast.
Beroep op het EVRM
Het kind voerde nog aan dat dit onderscheid in belastingtarieven discriminerend is volgens het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Hij betoogde dat kinderen met enkel een biologische band niet anders behandeld zouden moeten worden dan kinderen die formeel erkend zijn. Hoewel de Hoge Raad erkende dat er sprake is van ongelijke behandeling, gaf het aan dat het aan de wetgever is om een oplossing te vinden. De Hoge Raad oordeelde dat de rechter deze kwestie niet kan oplossen.
Belangrijke tips
Zorg ervoor dat je kinderen formeel erkend worden, zodat zij kunnen profiteren van de lagere tarieven en vrijstellingen bij erfbelasting. Daarnaast is estate planning belangrijk: een goed opgesteld testament kan helpen om de erfbelasting voor uw kinderen te optimaliseren. Het is ook essentieel om te weten hoe de juridische status van relaties invloed heeft op de belastingheffing.
Meer weten? Scab helpt!
Heb je vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met Marcel Muijtjens, sr. belastingadviseur en manager fiscaal bij Scab. Bel 013-583 6737 of stuur een mailtje naar mmuijtjens@scabadvies.nl. We helpen je graag verder.