Door: Redouan Ameziane, belastingadviseur bij Scab
Bouwbedrijven zoeken vaak manieren om medewerkers te binden, bijvoorbeeld door hen te laten deelnemen in het bedrijf. Zo’n werknemersparticipatie kan echter onverwachte fiscale gevolgen hebben. Een belangrijke valkuil is het lucratief belang, een fiscale regeling die oorspronkelijk is bedacht voor private equity beloningen, maar die ook in de bouwsector kan gelden bij werknemersparticipaties. Hieronder lees je wat dit inhoudt en waar je op moet letten.
Huidige regeling
Een lucratief belang ontstaat wanneer iemand met beperkte eigen inbreng (kapitaal of arbeid) recht krijgt op een onevenredig groot rendement. Dit kan in de vorm van aandelen, opties of winstrechten in een project-BV of fonds. Fiscaal worden deze voordelen in beginsel belast in box 1 tegen maximaal 49,5% belasting. Als er sprake is van een aanmerkelijk belang wordt het voordeel belast in box 2 tegen maximaal 31% belasting.
De praktijk laat zien dat de heffing vaak in box 2 plaatsvindt, waardoor de belastingdruk lager is dan bij box 1. Dit verschil in behandeling vindt de wetgever niet gewenst. Iemand die via een lucratief belang inkomen behaalt, betaalt minder belasting dan iemand die hetzelfde voordeel als loon zou krijgen.
Wat verandert er per 2026
Vanaf 2026 wordt dit verschil grotendeels weggenomen. Er komt een tariefopslag in box 2 via een multiplier, waardoor de belastingdruk stijgt naar circa 36%. Het kabinet wil zo voorkomen dat ondernemende managers of participanten fiscaal gunstiger worden behandeld dan werknemers met vergelijkbare voordelen.
Wat betekent dit voor jou?
Heb je een belang in een bouwbedrijf middels een werknemersparticipatie, dan kan jouw belastingdruk stijgen. Het is belangrijk om bestaande participaties door te nemen en bij nieuwe investeringen rekening te houden met de hogere belasting.
Meer weten? Scab helpt!
Vragen over dit artikel? Neem dan contact op met Redouan Ameziane, belastingadviseur bij Scab. Bel 013-583 6734 of stuur een mailtje naar rameziane@scabadvies.nl.