Door: Marcel Muijtjens, belastingadviseur en manager fiscaal bij Scab
We hebben eerder aandacht besteed aan het periodieke verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden. Het beding is niet alleen relevant bij een scheiding maar ook bij een overlijden. Het verrekenbeding is van invloed op de omvang van jouw privévermogen. Met andere woorden: wat komt aan mij toe bij een scheiding en wat behoort tot mijn nalatenschap als ik kom te overlijden?
Consequenties niet nakomen verrekenbeding
We zien in de praktijk zeker bij ondernemers dat in de huwelijkse voorwaarden een verrekenbeding is opgenomen. We zien ook dat het beding vaak niet wordt nagekomen. In dat geval blijft de verplichting tot verrekening in stand en is vervolgens van toepassing op het saldo dat is ontstaan uit het (her)beleggen van hetgeen dat niet (periodiek) verrekend is. Dit is geregeld in art. 1:141 lid 1 BW.
Als nu na het aangaan van een huwelijk of het sluiten van partnerschapsvoorwaarden, een onderneming (al dan niet in de vorm van een BV) is gestart, dan dient de waarde van de onderneming (of aandelen) in de verrekening meegenomen te worden. Vertrekpunt hierbij is wel dat de investering in de onderneming is gefinancierd met het gespaarde en niet-verrekende inkomen.

Benarde situatie
Als de waarde van de onderneming of aandelen tijdens de relatie behoorlijk is/zijn gestegen, kan een gedwongen verrekening zeker tot financiële problemen leiden en mogelijk de continuïteit van de onderneming in gevaar brengen. Vaak ontbreken de liquide middelen om vrij te maken omdat de middelen geïnvesteerd zijn of als werkkapitaal onmisbaar zijn. Als ondernemer sta je dan met de rug tegen de muur.
Gelukkig is er ook nog zoiets als redelijkheid en billijkheid, dit is ook van toepassing op een huwelijk of geregistreerd partnerschap, aldus de Hoge Raad. In 2001 heeft de Hoge Raad in de zogeheten Visserij-beschikking besloten dat de eisen van redelijkheid en billijkheid ook met zich meebrengen dat met de afwikkeling van verrekenbeding, de een niet meer kan ontvangen dan de ondernemende echtgenoot/partner kan financieren met zijn bedrijfsvermogen, zonder de bedrijfscontinuïteit in gevaar te brengen.
Aanspreken van privévermogen
Betekent dit laatste dat je als ondernemer dan niet hoeft te betalen? Het antwoord is nee! De Hoge Raad heeft in haar arrest van 12 juli 2024 bepaald dat ook van de ondernemende echtgenote/partner verlangd kan worden dat deze zijn/haar overige vermogen aanspreekt. Je kunt dan ook stellen dat er vrijwel altijd een verrekenplicht aan vastzit en gaat privévermogen op aan de verrekening. Een zogeheten koude uitsluiting, zoals we vaak bij ondernemers zien, heeft dan toch geen effect gehad.
Ons advies is om bij het opmaken van huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden ook de financiering van een verrekenvordering te regelen, indien de waarde van de onderneming/ aandelen moet worden verrekend. Daarbij kun je ook denken aan het vastleggen van een betalingsregeling als het tot een verrekenvordering komt. Let wel, elke situatie vraagt om een eigen invulling en deze begint bij een weloverwogen formulering én naleving van het verrekenbeding.
Meer weten? Scab helpt!
Heb je vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met Marcel Muijtjens, belastingadviseur en manager fiscaal bij Scab. Bel 013 – 583 6737of mail naar mmuijtjens@scabadvies.nl. We helpen je graag verder.