Begin dit jaar hebben we jullie geïnformeerd over het feit dat de Hoge Raad heeft geoordeeld dat de forfaitaire heffing in box 3 in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Deze uitspraak heeft veel stof doen opwaaien. Er ging veel aandacht uit naar de mensen die géén bezwaar hadden gemaakt tegen de heffing in box 3. Deze groep is namelijk vele malen groter dan de ‘slechts’ 60.000 belastingplichtigen die destijds wél hebben meegedaan aan de procedure tegen de heffing in box 3.

Er is veel gezegd en geschreven over de mogelijkheid om door middel van een ‘verzoek tot ambtshalve vermindering’ over de jaren waarvan de definitieve aanslagen al vast staan, alsnog een vermindering van de heffing in box 3 te realiseren. Praktisch gezien hebben we het over de jaren 2017 tot veelal 2020. De aanslagen over 2021 zijn in veel gevallen tenslotte nog niet definitief opgelegd.

Verzoek ambtshalve vermindering

Voor deze (grote) groep niet-bezwaarmakers is nu eindelijk duidelijkheid gegeven: een verzoek om ambtshalve vermindering hoeft niet op individuele basis te worden gedaan.

Dit is de uitkomst van het overleg tussen het Ministerie van Financiën en diverse belangenorganisaties. De Belastingdienst zou anders overspoeld worden met verzoeken om ambtshalve vermindering. Om deze administratieve rompslomp te voorkomen, is toegezegd dat alle niet-bezwaarmakers meeliften op het resultaat van het overleg.

Proefprocedures
Er worden in overleg met de Belastingdienst een aantal proefprocedures opgestart. Hierbij wordt aan de Hoge Raad de vraag voorgelegd of ook de niet-bezwaarmakers een gelijk recht op rechtsherstel hebben voor de jaren vanaf 2017. De uitkomst van deze procedures geldt dan voor alle niet-bezwaarmakers ongeacht of er op individuele basis een verzoek om ambtshalve vermindering is gedaan. De uitkomst daarvan zal wel enige tijd op zich laten wachten. Over de mate waarin deze procedures kansrijk zijn, zijn de meningen verdeeld.

Automatisch herstel

De Belastingdienst heeft aangegeven dat automatisch herstel wordt geboden aan de aanslagen over 2017 tot en met 2020 die op 24 december 2021 wel al waren opgelegd maar nog niet onherroepelijk vaststonden. Daarnaast volgt het rechtsherstel voor de aangiften 2017 tot en met 2020 waarbij nog geen aanslag was opgelegd.

Ook voor al deze groepen geldt dat mensen hier automatisch bericht over krijgen, zij hoeven hiervoor geen actie te ondernemen. Dit is eveneens van toepassing voor de aanslagen over 2021 die zijn opgelegd volgens de oude berekeningsmethode. Ook deze worden automatisch door de Belastingdienst hersteld. Herstel vindt alleen plaats als de nieuwe methode gunstiger is voor de belastingplichtige!

De nieuwe (forfaitaire) percentages
Soort vermogen 2017 2018 2019 2020 2021
Spaargeld 0,25% 0,12% 0,08% 0,04% 0,01%
Beleggingen  5,39% 5,38% 5,59% 5,28% 5,69%
Schulden 3,43% 3,20% 3,00% 2,74% 2,46%

 

Alle nog openstaande aanslagen herstelt de Belastingdienst automatisch. Ook de aanslagen vanaf 2017 die op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststonden, worden automatisch hersteld. Actie is dus niet nodig.

Fictieve rendement versus werkelijk behaalde rendement

Wat resteert is de vraag of het nieuw vastgestelde fictieve rendement niet hoger is dan het werkelijke behaalde rendement. Ook in die gevallen is een bezwaar of verzoek om ambtshalve vermindering niet nodig. Het is nog niet duidelijk hoe dat werkelijk rendement dan moet worden bepaald.

In hoeverre een (on)gerealiseerde vermogenswinst of -verlies wel of niet tot het te belasten rendement wordt gerekend? Het blijft voorlopig gissen.

Zodra de Hoge Raad en/of het Europese Hof van Justitie uitspraak heeft/hebben gedaan, informeren we jullie verder. We houden jullie op de hoogte!

Meer weten?

Neem contact op met Marcel Muijtjens, manager fiscaal. Stuur Marcel een mail of bel 013-583 6737. We helpen je graag verder.

Bron: Thu, 08 Dec 2022 09:24:54 +0100