In dit artikel vind je de belangrijkste wijzigingen in de nieuwe ABU- en NBBU-cao.

Fase A/1-2 ingekort

De eerste fase van uitzenden (fase A/1-2) wordt beperkt van maximaal 78 weken naar maximaal 52 gewerkte weken.

  • Overeenkomsten die in 2021 zijn afgesloten, vallen tot en met 31 december 2022 nog onder het oude regime.
  • Overeenkomsten die vanaf 3 januari 2022 starten vallen onder het nieuwe regime.
Fase B/3 wordt 3 jaar

De maximale duur van fase B/3 (contract voor bepaalde tijd) gaat terug van 4 naar 3 jaar. In fase B/3 mogen, net als nu, maximaal 6 contracten worden afgesloten.

  • Fase B/3 overeenkomsten die in 2021 zijn afgesloten, houden een looptijd van 4 jaar.
  • Fase B/3 overeenkomsten die vanaf 3 januari 2022 ingaan, vallen onder de nieuwe termijn van 3 jaar.
Inlenersbeloning

De inlenersbeloning wordt uitgebreid met de eenmalige uitkeringen en de thuiswerkvergoedingen.

Eenmalige uitkeringen
Nu is het al zo dat de eenmalige uitkering toegekend moet worden aan uitzendkrachten die werkzaam zijn in de Bouw & Infra sector. Vanaf 2022 geldt dit voor alle uitzendkrachten in alle sectoren.

Thuiswerkvergoedingen
Als bij de inlener een vergoeding wordt verstrekt voor thuiswerken, hebben uitzendkrachten recht op deze vergoeding.

Initiële loonsverhoging
De initiële loonsverhoging geldt voortaan vanaf hetzelfde tijdstip als bij de inlener.

Onwerkbaar weer
Er wordt een regeling voor onwerkbaar weer in de uitzend-cao’s opgenomen. Hierdoor kan een beroep gedaan worden op de Regeling onwerkbaar weer zodat uitzendkrachten -onder voorwaarden- in aanmerking kunnen komen voor een WW-uitkering.

Arbeidsmigranten

Inkomensgarantie
Voor arbeidsmigranten die voor het eerst naar Nederland komen, gaat een inkomensgarantie gelden. De arbeidsmigrant heeft gedurende de eerste twee maanden recht op het fulltime Wettelijk minimumloon, ongeacht de contractduur en het aantal uren dat hij/zij per week werkt. Bij kortlopende projecten kan hierop een uitzondering worden gemaakt, maar dan gelden speciale voorwaarden.

Redelijke periode van huisvesting
Daarnaast is afgesproken dat arbeidsmigranten tot vier weken na het einde van de uitzendovereenkomst in hun huisvesting mogen blijven, waarbij de huurprijs niet verhoogd mag worden.
De uitzendonderneming moet bovendien rekening houden met bijzondere persoonlijke omstandigheden van de uitzendkracht die ervoor kunnen zorgen dat hij buiten zijn/haar toedoen de huur niet kan betalen.
Als er sprake is van bijzondere persoonlijke omstandigheden (zoals ziekte, einde uitzendovereenkomst en onmogelijkheid terugkeer land van herkomst), dan moet de uitzendonderneming een passende termijn in acht nemen waarbinnen de uitzendkracht de huisvesting moet verlaten.

Duurzame inzetbaarheid

De SFU-premie wordt vastgesteld op 0,2%.

De uitzendonderneming is jaarlijks verplicht om ten minste 1,02% van (de som van) het feitelijk loon van de uitzendkrachten die werkzaam zijn in fase A te besteden aan de bevordering van de duurzame inzetbaarheid.

De besteding vindt uiterlijk plaats in het kalenderjaar volgend op het jaar waarvoor de bestedingsplicht geldt. Het deel van de 1,02% dat niet is besteed, draagt de uitzendonderneming – uiterlijk twee jaar na het jaar waarvoor de bestedingsverplichting geldt  – af aan de stichting DOORZAAM*.

* De bestedingsverplichting, inclusief de eventuele afdracht, dient (sinds 2020) jaarlijks te worden verantwoord in een specifieke paragraaf in de jaarrekening of in een accountantsverklaring.

StiPP-pensioen

De wijzigingen per 1 januari 2022 hebben betrekking op de referteperiode en de pensioengrondslag.

Referteperiode
De wachttijd van 26 gewerkte weken wordt teruggebracht naar 8 gewerkte weken. Voor de telling van die 8 gewerkte weken tellen de gewerkte weken bij een andere uitzendonderneming verbonden binnen een groep mee.

Grondslag
Vanaf 2022 wordt het sv-loon de grondslag voor de StiPP-grondslag. De pensioengrondslag wordt daardoor aangepast naar:
–    Loon voor werknemersverzekeringen
–    Vermeerderd met de pensioenpremie werknemer
–    Verminderd met de fiscale bijtelling leaseauto
–    Vermeerderd met het loon dat is uitgeruild voor vrije vergoedingen of verstrekkingen op grond van artikel 20 cao voor uitzendkrachten (uitruil van arbeidsvoorwaarden).

Belangrijke wijziging van de nieuwe grondslag is, dat voortaan zowel over het loon van overuren (want dat is ook sv-loon) als over het toeslagdeel van het loon bij onregelmatige- en ploegenuren pensioenpremie betaald moet worden. Tot nu tot was over dat toeslagdeel géén pensioenpremie verschuldigd.

Pensioenpremie over reserveringen – Overgangsbepaling voor reserveringen van vóór 2022
Uitzendbureaus hadden de keuze om de pensioenpremie over de reserveringen af te dragen bij opbouw of bij uitbetaling van de reserveringen. In de nieuwe situatie vervalt deze optie en moet altijd worden uitgegaan van het uitbetaalde sv-loon.
Dit betekent dat er voor werkgevers die tot 2022 de keuze hadden gemaakt de reservering op het moment van opbouw pensioengevend te laten zijn, een overgangsbepaling zal gelden. Deze houdt in dat de reserveringen die vóór 2022 zijn opgebouwd – waar dus al pensioenpremie over is afgedragen – niet weer tot het pensioengevend salaris behoren op het moment dat de reservering wordt uitbetaald. Dit voorkomt dubbele pensioenopbouw. De uitbetaalde reservering moet in mindering worden gebracht op het pensioengevend salaris.

Looptijden
  • De ABU-cao heeft een looptijd van 17 november 2021 tot 2 januari 2023.
  • De NBBU-cao heeft een looptijd van 1 januari 2022 tot 2 januari 2023.

Hieronder vind je de volledige onderhandelingsakkoorden en cao-teksten.

Meer weten? Scab helpt!

Heb je vragen over de nieuwe cao’s? Neem dan contact op met de afdeling Personeelsadvies. Bel (013) 583 3895 of stuur een mail naar personeelsadvies@scabadvies.nl. We helpen je graag verder!

Bron: Tue, 25 Jan 2022 09:45:09 +0100