Door: Redouan Ameziane, belastingadviseur

De staatssecretaris van Financiën heeft onlangs een brief aan de Tweede Kamer gestuurd met een eerste reactie op het kritische advies van de Raad van State over het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3. De Raad van State vindt het voorstel te complex voor zowel de belastingplichtige als de Belastingdienst en adviseert om het aan te passen. Ondanks deze kritiek blijft het kabinet bij zijn standpunt dat de voorgestelde wet de beste optie is om inkomen uit vermogen te belasten op basis van het werkelijke rendement.

Waarom toch doorzetten?

Het kabinet wijst erop dat eerder verschillende mogelijkheden zijn onderzocht en tegen elkaar zijn afgewogen. Een stelsel dat uitgaat van het werkelijk behaalde rendement brengt hoe dan ook meer complexiteit met zich mee. Volgens het kabinet biedt het huidige voorstel de juiste balans tussen:

1.    De wens van de Tweede Kamer om over te stappen op werkelijk rendement,
2.    De uitvoerbaarheid voor de Belastingdienst,
3.    De toekomstbestendigheid van het belastingstelsel.

Inwerkingtreding en mogelijke vertraging

De staatssecretaris heeft al aangegeven dat invoering van de Wet werkelijk rendement box 3 niet eerder kan dan 1 januari 2028. Om die datum te halen, moet het wetsvoorstel uiterlijk 15 maart 2026 door de Tweede Kamer zijn aangenomen. Verandert de Kamer het wetsvoorstel ingrijpend, dan moet opnieuw gekeken worden naar de uitvoerbaarheid en dus mogelijk ook naar een latere invoerdatum.

Verder benadrukt de staatssecretaris dat er in 2028 nauwelijks ruimte is om tegelijkertijd andere aanpassingen in de inkomstenbelasting door te voeren. Dat komt vooral door de grote aanpassingen in de automatiseringssystemen die deze nieuwe wet vereist.

Gevolgen van uitstel en compensatiemaatregelen

Doordat de invoering van de Wet werkelijk rendement box 3 is uitgesteld, loopt de overheid minder belastinginkomsten binnen. Om dat te compenseren, wil het kabinet:

  • Het forfaitaire rendement op overige bezittingen verhogen met 1,78 procentpunt;
  • Het heffingvrije vermogen verlagen.

De definitieve besluitvorming over deze aanpassingen volgt in het voorjaar. Houd er dus rekening mee dat de belastingregels voor je vermogen de komende jaren kunnen veranderen. Zeker als je als bouwondernemer met je privévermogen investeert in vastgoed of andere vermogensbestanddelen, is het goed om hier tijdig op voor te sorteren.

Meer weten? Scab helpt!

Heb je vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met Redouan Ameziane, belastingadviseur bij Scab. Bel 013-583 6734 of stuur een mailtje naar rameziane@scabadvies.nl. We helpen je graag verder.

Bron: | 12-02-2025