Vrijdag 17 maart jl. heeft ons hoogste rechtscollege, de Hoge Raad, duidelijkheid gegeven over de werking van het uitzendbeding bij ziekte.

In een uitzendovereenkomst kan voor de eerste 26 weken (bij cao te verlengen tot 78 weken) worden opgenomen dat die overeenkomst eindigt doordat de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht aan de inlener eindigt. De Hoge Raad besliste dat het uitzendbeding ook bij ziekte van de werknemer kan worden ingeroepen. Dat is volgens de Hoge Raad niet in strijd met het opzegverbod tijdens ziekte.

Maar de Hoge Raad stelt er wel voorwaarden aan:

  • een verzoek tot beëindiging van de terbeschikkingstelling van de inlener is vereist.
  • in de cao mag niet worden geregeld, dat bij ziekte automatisch het einde van de inlening intreedt.

Advies aan alle inleners: bij een zieke uitzendkracht, stuur je de email aan de uitlener met daarin de volgende tekst:
“Middels deze email verzoek ik tot beëindiging van de terbeschikkingstelling van ‘naam uitzendkracht’ per heden, doordat de uitzendkracht de bedongen arbeid door arbeidsongeschiktheid niet kan verrichten."

Advies aan alle uitleners om de bepalingen in de uitleenovereenkomstovereenkomst omtrent inroeping uitzendbeding aan te passen en de inleners te informeren over de eis van een verzoek tot beëindiging van de terbeschikkingstelling van een zieke uitzendkracht. De standaardtekst (zie hierboven cursief) voor de uitlener voor een dergelijk verzoek kun je in je overeenkomst/voorwaarden opnemen.

Klik hier voor de uitspraak van de Hoge Raad
 

Bron: | 21-03-2023