In 2006 is door de toenmalige regering de levensloopregeling in het leven geroepen. Werknemers konden destijds fiscaal vriendelijk sparen om op een later moment hun spaarsaldo op te nemen voor een sabbatical of om hun pensioen te vervroegen. Helaas heeft de regeling maar 5 jaar bestaan. Met ingang van 2012 is de regeling beëindigd en was het alleen nog maar mogelijk om onder bepaalde voorwaarden stortingen op de levenslooprekening te doen. In de jaren erna is tot twee keer toe de mogelijkheid geboden om het saldo uit te laten betalen waarbij 80% van het saldo belast was en 20% onbelast.

In 2021 is het moment gekomen dat werknemers die het saldo nog niet hebben opgenomen, een verplicht genietingsmoment hebben en de banken het bedrag onder inhouding van loonheffing zullen uitkeren aan de werknemer.

Verplicht genietingsmoment 2021

Banken en andere instellingen die op 1 november 2021 nog levenslooprekeningen met een saldo hebben staan, moeten het bedrag in november 2021 overmaken naar een andere bankrekening van werknemer onder inhouding van loonheffing. De bank zal op basis van de haar beschikbare gegevens bepalen hoeveel loonheffing er moet worden ingehouden. De bank of instelling zal hierover ook aangifte en afdrachten moeten doen naar de belastingdienst. In de afwikkeling van de levensloop is bepaald dat de werknemer niet in dienst is van de bank en derhalve de bank geen premie werknemersverzekeringen en werkgeversbijdrage ZvW behoeft te betalen.

Wat betekent dit voor de werknemer?

Voor jouw werknemer is het bedrag van de levenslooprekening bruto loon en zal ook onderdeel uitmaken van het belastbaar inkomen voor de inkomstenbelasting. Doordat het belastbaar inkomen hoger is kan het gebeuren dat bij de aangifte over 2021 teveel algemene heffingskorting en arbeidskorting op de loonheffing in mindering is gebracht. Dit zal de werknemer dan moeten terugbetalen aan de belastingdienst.

Ook kan het zijn dat de werknemer door de uitbetaling van het saldo de ontvangen toeslag(en) moet terugbetalen. Door de uitkering van de levenslooprekening is het belastbaar inkomen van werknemer hoger dan het toetsingsinkomen voor de toeslagen. Het gaat hier om alle toeslagen (huur, zorg, kinderopvang en kind gebonden budget).

Bij uitbetaling via de bank of instelling wordt er geen rekening gehouden met de levensloopverlofkorting, deze kan werknemer bij zijn aangifte inkomstenbelasting verrekenen.

Wat gaat dit voor jou als werkgever betekenen?

We zien op dit moment al veel banken actief de werknemers benaderen om het bedrag op hun rekening eerder op te nemen zodat op 1 november 2021 de rekening is opgeheven. Er zijn zelfs banken en/of instellingen die het nu al niet meer mogelijk maken om nog bedragen te storten op de levenslooprekening. Daarnaast zijn er ook al geluiden dat er banken administratiekosten in rekening brengen als werknemer de uitkering via de bank of instelling laat doen.

Het is aan jouw werknemer om de bank toestemming te geven voor een eerdere uitbetaling, het totale bedrag wordt dan aan jou als werkgever gestort. Jij als werkgever moet de loonheffing inhouden, maar je betaalt als werkgever indien de werknemer op 1 januari 2021 jonger is dan 61 jaar óók nog de premies werknemersverzekeringen en de werkgeversbijdrage ZvW indien het inkomen voor 2021 lager is dan € 58.311,-. Indien de werknemer op 1 januari 2021 ouder is dan 61 jaar dan betaal je genoemde premies niet.

Voorbeeld:

Jouw werknemer heeft een loon voor de loonheffing van € 2.500,- per vier weken. Dit is € 32.500,- per jaar. Uit de levensloop wordt een bedrag van € 20.000,- naar jou gestort. Jij betaalt dan in 2021 €3.500,-  extra aan werknemersverzekeringen en Werkgeversbijdrage ZvW.

Wat kun je doen?

Wij raden je aan om in overleg met werknemer het bedrag te laten staan zodat jij als werkgever niet met extra kosten wordt geconfronteerd en de bank of instelling de verwerking moet doen. Je kunt zelfs werknemer aanbieden de administratiekosten voor jouw rekening te nemen. Als je deze in de vrije ruimte van de WKR laat vallen betaal je maximaal 80% over het bedrag van de administratiekosten. Stel de administratiekosten zijn € 100,- dan kost jou dit in totaal € 180,- .

Als je de uitkering toch ontvangt?

Mocht je in overleg met werknemer toch willen meewerken en het bedrag ontvangen, dan moet het bedrag via de loonadministratie worden verwerkt. Wij zullen de verwerking in een afzonderlijke run uitvoeren en brengen hiervoor € 25,- (excl. btw) per werknemer in rekening. Deze werkzaamheden behoren immers niet tot de standaard werkzaamheden.

Wat heeft Scab dan nodig?

Als Scab de uitbetaling van de levensloop moet verwerken in de salarisadministratie, hebben wij het volgende nodig:

  • het totale bedrag dat je hebt ontvangen;
  • het aantal jaren dat werknemer in de levensloop heeft gestort vanaf 2006 tot en met 2011;
  •  het aantal jaren dat er al gebruik is gemaakt van de levensloopverlofkorting.

Wij adviseren je voor de laatste twee punten werknemer een verklaring te laten ondertekenen waarin hij/zij opgeeft hoeveel jaren er is gespaard en hoeveel jaren er al gebruik is gemaakt van de levensloopverlofkorting. Een blanco voorbeeld tref je hierbij aan.

Maar weet Scab het bedrag dan niet zelf?

Nee, helaas kunnen wij niet zien wat het bedrag is. De werknemer ontvangt namelijk rente op de rekening en kan ook gespaard hebben bij vorige werkgever(s).

Scab helpt

Voor vragen of nader advies kun je contact opnemen met de loonadviseurs van de afdeling Personeelsadvies. Zij zijn bereikbaar via het e-mailadres personeelsadvies@scabadvies.nl of telefonisch zijn 013-5833895.

formulier uitvraag levensloopverlofkorting bij werknemer