Door: Iris Hoekman, sr. arbeidsjurist en HR-adviseur bij Scab
Werknemers behouden het recht om vakantiedagen op te nemen en daarvoor loon te ontvangen, ook nadat de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte is beëindigd. Dat oordeelde de Rechtbank Noord-Holland in een recente zaak tussen een langdurig zieke werknemer en haar werkgever, Dürüm Company NL B.V.
De werknemer had tijdens haar dienstverband ruim 68 vakantiedagen opgebouwd, maar was sinds november 2020 volledig arbeidsongeschikt. In maart 2024 stopte de loondoorbetaling en ging zij over op een WIA-uitkering. Een maand later gaf zij aan alsnog haar openstaande verlofuren te willen opnemen. De werkgever verweerde zich met het standpunt dat hij hierover geen loon meer verschuldigd was. Tevergeefs.
De kantonrechter stelde vast dat het opnemen van vakantie mét loon rechtmatig is, ook ná het einde van de loondoorbetalingsplicht. Het ontvangen van een WIA-uitkering verandert daar niets aan: er bestaat geen wettelijke basis om het vakantieloon daarmee te verrekenen. Daarnaast had de werkgever geen gewichtige redenen aangevoerd om het verlof te weigeren, waardoor het verlof automatisch als vastgesteld gold. Omdat de werknemer het verlof inmiddels ook had genoten, moest de werkgever het bijbehorende loon alsnog uitbetalen.

Toelichting van jurist Iris Hoekman (arbeidsrecht):
“Deze uitspraak hoeft voor zowel werknemers als werkgevers helemaal niet nadelig te zijn. De opgenomen vakantieuren hadden anders gewoon bij de eindafrekening moeten worden verrekend. De rechter oordeelt hier uitsluitend dat het opnemen van bestaande vakantie-uren met bijbehorend loon mogelijk is na beëindiging van de loondoorbetalingsplicht. Er is géén sprake van opbouw van reserveringen zoals vakantiegeld in deze fase.”
Vakantierechten strategisch inzetten – voor beide partijen voordelig
“Wij denken altijd graag mee met zowel werkgevers als werknemers over de beste inzet van vakantierechten,” vervolgt Iris Hoekman.
“Een goed voorbeeld is het opnemen van vakantieuren in het tweede ziektejaar, wanneer de werknemer vaak nog maar 70% van het loon ontvangt. Omdat vakantieuren tegen 100% worden uitbetaald, kan dit voor de werknemer een manier zijn om het inkomensverlies (gedeeltelijk) te compenseren. Voor de werkgever is het aantrekkelijk omdat het opnemen van vakantiedagen de verlofstapel verlaagt. Het later uitbetalen van niet-genoten vakantie bij de eindafrekening is namelijk fiscaal relatief ongunstig, vanwege de afdracht van premies en heffingen. Ook andere constructieve oplossingen zijn mogelijk. Mocht je hierover advies willen ontvangen, dan kunt je uiteraard contact met ons opnemen.”
Conclusie
De uitspraak bevestigt dat het recht op vakantie, inclusief betaling, niet vervalt bij langdurige ziekte, zelfs niet als de loondoorbetaling is gestopt. Werkgevers doen er verstandig aan om proactief met werknemers in gesprek te blijven over openstaande verlofrechten en opname daarvan.
Bron: https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBNHO:2025:1557