Wat zijn de mogelijkheden?

Door Marcel Muijtjens, manager fiscaal bij Scab

Stichtingen die (in)direct bouwopleidingen verzorgen, worstelen vaak met de vraag hoe het vermogen dat in de stichting aanwezig is, fiscaal vriendelijk kan worden overgeheveld naar een andere stichting of een opleidingsbedrijf. 

Dit blijkt niet eenvoudig door de onnodig ingewikkelde fiscale regels waar opleidingsbedrijven tegenaanlopen. Het feit dat opleidingsbedrijven een BV of stichting als rechtsvorm kunnen hebben, voegt nog een extra dimensie toe aan de complexiteit. Al gauw loop je tegen bepalingen aan op het gebied van vennootschapsbelasting, schenkbelasting en dividendbelasting, die een vermogensoverdracht bij deze stichtingen onverwacht bemoeilijken. De opties zijn beperkt en verdienen daarom vooraf de aandacht. 

Welke opties zijn er?  

  1. Met een geldlening. De stichting verstrekt vermogen aan het opleidingsbedrijf met een geldlening met een zakelijke rentevergoeding. Is het de bedoeling dat de geldlening (tijdelijk) renteloos is, dan adviseren we om vooraf de fiscale gevolgen van het ontbreken van rente in kaart te brengen.

    De zakelijke rente die het opleidingsbedrijf aan de stichting betaalt, is aftrekbaar. Deze rente is vervolgens belast bij de stichting mits zij belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting. Dit laatste is namelijk niet altijd het geval. Voor de terugbetaling van de geldlening kan het opleidingsbedrijf uiteraard zekerheden ten gunste van de stichting afgeven. 

    Agio en aandelenkapitaal
    Ook is het mogelijk om als aandeelhouder het eigen vermogen van het opleidingsbedrijf (met de BV als rechtsvorm) te versterken door het storten van agio (onderhands) en aandelenkapitaal (notarieel). Over zowel agio als een aandelenkapitaal ben je geen rente verschuldigd. Bij een faillissement staat de stichting dan wel als laatste in de rij, na de Belastingdienst en andere schuldeisers.

    Op terugbetaling van agio en aandelenkapitaal is de vermogens- en uitkeringstest van toepassing. Over een agiodividend terugbetaling dient onder inhouding van 15% dividendbelasting te gebeuren. Indien de stichting niet vennootschapsbelastingplichtig is, kan zij deze ingehouden dividendbelasting terugvragen bij de Belastingdienst

    Let op! De terugbetaling van hetgeen op aandelen is gestort, kan onbelast indien tevoren de algemene vergadering van aandeelhouders tot deze teruggaaf heeft besloten en de nominale waarde van de desbetreffende geplaatste aandelen bij statutenwijziging met een gelijk bedrag is verminderd. 
     

  2. Een andere optie is het verstrekken door de stichting van vermogen aan het opleidingsbedrijf zonder dat hier een tegenprestatie aangekoppeld is. Als we de fiscale regels lezen, zou hetzelfde bedrag bij de ontvanger (bij opleidingsbedrijf) belast worden met zowel vennootschapsbelasting als schenkbelasting. 

    Een dubbele heffing van schenkbelasting en vennootschapsbelasting is alleen geregeld bij een liquidatie-uitkering van een stichting aan een opleidingsbedrijf dat belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting. Echter voor de situatie waarin de stichting nog blijft bestaan, is er nog geen regeling die deze dubbele heffing voorkomt. Dit vinden we ongewenst en moeilijk te verdedigen. We hebben de Belastingdienst gevraagd de regeling ter voorkoming van de dubbele heffing uit te breiden voor de situaties waarin de stichting tijdens haar bestaan vermogen aan een opleidingsbedrijf schenkt maar blijft bestaan. 

Als de Belastingdienst ons verzoek inwilligt, dan heeft het opleidingsbedrijf een fiscaal interessante financieringsoptie erbij. Wij houden je op de hoogte van de uitkomst!

Meer weten? Scab helpt! 
Neem dan contact op met senior belastingadviseur van de opleidingsbedrijven Anita van den Bosch. Zij helpt je graag verder. Bel 013-583 6706 of stuur een mail naar avdbosch@scabadvies.nl.

Bron: | 08-03-2023